Financieel overzicht

De begroting en meerjarenraming 2022-2025 was bij de vaststelling sluitend en liet een positief saldo zien van ruim € 21.000. In 2023 € 32.000, in 2024 € 30.000 en 2025 € 92.000.

In de voorjaarsnota 2022 diende een aantal budgetten te worden bijgesteld. Dit betrof per saldo een positieve bijstelling van ruim € 228.000. Dit saldo werd verrekend met het begrotingssaldo waardoor het verwachte overschot  in 2022 uitkwam op € 249.000. Met name positieve bijstellingen in de meicirculaire 2022 hebben geleid tot dit voordeel.

In het najaar is vervolgens een vooruitblik gegeven op de jaarrekening 2022. Ook wordt hierin de septembercirculaire verwerkt. Het saldo van de najaarsnota was € 47.000 positief. Het verwachte begrotingsresultaat kwam hiermee nagenoeg op circa € 296.000. Dit op een begrotingstotaal van circa € 93 miljoen.

In de najaarsnota was een saldo op de programma's (na verrekeningen met de reserves) gepresenteerd van € 296.000. Dit saldo was gebaseerd op informatie die bekend was begin oktober 2022 en was samengevat in de 20e begrotingswijziging. Een overzicht van de belangrijkste afwijkingen tussen begroting en realisatie treft u hierna aan.

Het jaar 2022 wordt afgesloten met een positief saldo van afgerond € 5.530.000 (na verrekeningen van reserves). Dit is hoofdzakelijk het gevolg van incidentele oorzaken. Een verklaring van de verschillen tussen begroting en rekening is in deze jaarstukken opgenomen.

Een analyse van het jaarrekeningresultaat is te onderscheiden in (incidentele) mee- en tegenvallers. In de uitgebreide toelichting van de verschillen op de diverse programma’s wordt hierop separaat ingegaan.

Hierna is een globaal overzicht opgenomen van de verschillen per programma en een beknopte analyse van het resultaat 2022.

Een aantal activiteiten waarvoor lasten waren begroot, is in 2022 door diverse oorzaken niet meer uitgevoerd en doorgeschoven naar 2023. Deze uitgaven (lasten) waren wel onderdeel van de begroting 2022 inclusief wijzigingen.

In onderstaand overzicht zijn deze zogeheten claims op het rekeningsaldo opgenomen:

In de najaarsnota was een saldo op de programma's (na verrekeningen met de reserves) gepresenteerd van € 296.000. Een beschrijving van de belangrijkste afwijkingen tussen begroting en realisatie treft u hierna aan.

Het jaar 2022 wordt afgesloten met een positief saldo van afgerond € 5.530.000 (na verrekeningen met de reserves). Een analyse van het jaarrekeningresultaat is te onderscheiden in (incidentele) mee- en tegenvallers. Een aantal van de meevallers is ontstaan door het feit dat activiteiten/werkzaamheden/subsidieaanspraken op een later moment zijn of worden uitgevoerd. Voor deze activiteiten/werkzaamheden/subsidieaanspraken zijn claims op het rekeningsaldo opgenomen. Hierna is een overzicht opgenomen dat bijdraagt in het verkrijgen van inzicht in het saldo van de jaarrekening versus het begrotingssaldo. Bij het samenstellen van dit overzicht zijn verschuivingen of interne verrekeningen binnen de gemeenterekeningen (bijvoorbeeld uren en reserves) zoveel mogelijk geëlimineerd c.q. gecomprimeerd. Dit om de leesbaarheid en herkenbaarheid te bevorderen.

Incidentele mee- en tegenvallers:

1. De actuariële berekening van de voorziening ten behoeve van de wethouderspensioenen bleek een stukje gunstiger dan begroot. De (verplichte) rekenrente is fors gestegen. Dit leidt tot een per saldo lagere voorziening.
2. Post corona zijn de parkeeropbrengsten in 2022 voorzichtiger geraamd. De gerealiseerde baten in 2022 waren € 704.000. In 2021 waren de gerealiseerde baten "slechts" € 522.000.
3. De kosten voor het reinigen van wegen zijn fors lager uitgevallen. Dit als gevolg van invulling vacatures en minder verwerken straatafval.
4. Ten aanzien van het onderwijsachterstandenbeleid krijgt de gemeente een vergoeding vanuit het Rijk. Onderdeel van deze vergoeding is een bijdrage voor de eigen gerealiseerde uren. De gerealiseerde uren zijn hoger dan geraamd.
5. In 2022 hebben er twee edities van de Vestingcross plaatsgevonden. De editie van de vestingcross januari 2023 was verplaatst naar najaar 2022. Hierdoor is de gemeentelijke bijdrage voor 2023 ook naar voren gehaald.
6. De uitkeringen SPUK sport en SPUK sportakkoord bleken hoger dan geraamd. Voorcalculatorisch wordt de SPUK sport geraamd op basis van verwachte investeringen/onderhoudslasten. Nacalculatorisch bleek dat we recht hadden op een hogere uitkering. Ten aanzien van de SPUK Sportakkoord konden ook meer lasten (dan geraamd) worden toegerekend aan de regeling.
7. Subsidies aan sportverenigingen waren hoger dan begroot. De verwachte CPI, waarmee de subsidies geïndexeerd worden, was bij begroting te laag ingeschat.
8. Op de diverse locaties waren er minder onderhoudskosten dan geraamd.
9. Geconcludeerd kan worden dat de burgerparticipatie ten aanzien van deze maatschappelijke uitdagingen enorm is geweest. De inzet van onze inwoners was ongekend. Vele vrijwilligers bundelden de krachten om opvang te kunnen regelen. Er is zoveel als mogelijk gebruik gemaakt van de bestaande infrastructuren. De inzet van Hulst voor Elkaar, Zorgsaam, Woonstichting Hulst en Woongoed Zeeuws-Vlaanderen was groot. Dit, tezamen met een grote maatschappelijke betrokkenheid - zo zijn er veel donaties in natura ontvangen - heeft er toe geleid dat we als gemeente in staat waren om snel en adequaat noodopvang te kunnen bieden.  

De inzet van eigen uren zijn opgenomen door heel de begroting en niet specifiek opgenomen op dit taakveld. Uiteindelijk bleek de bekostiging vanuit het Rijk ruimhartig. Deze inkomsten zijn nu bij jaarrekening opgenomen, circa 2,7 mln bovenop de geraamde opbrengsten in de begroting.
Al deze zaken hebben er toe geleid dat op dit taakveld een behoorlijk overschot is gerealiseerd.

10. Het collectief vervoer (leerlingen, WMO en Jeugdzorg) was op alle onderdelen duurder dan geraamd. Dit komt door hogere brandstofprijzen, maar deels ook door volumestijging.
11. Zowel de opbrengsten verhuur als de opbrengsten horeca zijn hoger dan geraamd.
12. De bijdrage aan het dorpshuis Terhole stond gepland in 2023. Echter, als gevolg van een stijgende overdrachtsbelasting was het voordeliger om de transactie voor einde boekjaar af te sluiten. Dit leidt in 2022 tot een incidenteel nadeel, in 2023 een incidenteel voordeel.
13. Conform regelgeving van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is het overschot op het taakveld riolering gedoteerd aan de voorziening. De overschrijding van de lasten is dan ook met name ontstaan door een hoger dan begrootte storting in de voorziening Riolering. Bij deze storting is rekening gehouden met de daadwerkelijke salarislasten (uren * tarief), ook dit weer conform de geldende regels van het BBV. De geraamde toerekening van de eigen salarislasten (inclusief overhead) was circa € 1.040.000. De daadwerkelijk gerealiseerde laten zijn € 830.000. Hierdoor is er € 210.000 aanvullend in de voorziening gestort (last). Daarnaast zijn de baten rioolrecht circa € 100.000 hoger dan geraamd. Dit leidt ook tot een hogere storting in de voorziening. Daarnaast is er voor circa € 20.000 aan werken doorbelast aan de gemeente Sluis. Deze waren niet geraamd.
14. Het verschil met de begrote UGF bedraagt ruim € 770.000 en wordt voornamelijk veroorzaakt door de forse toevoeging die nog gedaan is in de decembercirculaire gemeentefonds (met name de afrekening Corona-compensatie (inkomstenderving: € 372.000; continuïteit zorg € 29.000) en de aanvullende compensatie voor de kosten van opvang van Oekraïners (ruim € 69.000), de  naverrekeningen over vorige dienstjaren (€ 93.000) en de bijstelling van diverse uitkeringsmaatstaven € 200.000).
15. De onderdelen OZB woningen, OZB niet-woningen en overige belastingen (waaronder hondenbelasting en forensenbelasting) waren per saldo hoger dan geraamd. De WOZ-waarden  waren veelal nog hoger dan eerst werd ingeschat. Daarnaast werd ook het areaal groter.
16. Ultimo 2022 heeft er een doorbelasting van de juridische kosten inzake precariobelasting plaatsgevonden. Deze doorbelasting was niet geraamd.
17. Overige posten zoals overhead, overhead personeel, ontvangen uitkeringen ziektegeld, diverse onderhoudslasten, kosten abonnementen en dergelijke leiden ook een positief verschil. Het betreft hierbij onderuitputting op reguliere budgetten.