Vanaf 2016 zijn gemeenten onder voorwaarden belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting (Vpb). De vermogensbestanddelen die de gemeente aan de Vpb-plichtige activiteiten toerekent en de fiscale waardering daarvan, hebben uiteraard invloed op de te verantwoorden fiscale winsten en daarmee de Vpb-last over 2016 en toekomstige jaren.
De gemeente Hulst heeft een onderbouwing van de Vpb-plichtige activiteiten en het beantwoorden van de
vraag in hoeverre deze activiteiten al dan niet als ondernemersactiviteiten kwalificeren (‘door de ondernemerspoort komen’) vervaardigd. Het gaat hierbij vooral om de grondexploitatie, de exploitatie van het betaald parkeren en opbrengsten uit verhuur van onroerende zaken. Vervolgens heeft afstemming met de belastingdienst plaatsgevonden. De belastingdienst heeft schriftelijk aangegeven akkoord te gaan met de analyse dat de diverse activiteiten niet aan te merken zijn als (belaste) fiscale activiteiten.
Sinds 2019 heeft op bovenstaande één uitzondering plaatsgevonden. Namelijk, de activiteiten inzake "verkoop van reststromen" (afval). De belastingdienst heeft het standpunt ingenomen dat deze opbrengsten gezien moeten worden als belastbare opbrengsten. Dit vanaf 2017. Als gevolg daarvan is een VPB last in de exploitatie verantwoord over de jaren 2017 tot en met 2022. Het hierbij om een jaarlijks bedrag aan vennootschapsbelasting van circa € 350.